Gerechtelijke bemiddeling
Als jullie reeds een gerechtelijke procedure hebben opgestart, maar de “debatten zijn nog niet gesloten”, dan kunnen jullie, in onderling overleg, aan de rechter meedelen dat jullie alsnog verkiezen om in bemiddeling te gaan. Anderzijds kan de rechter jullie ook voorstellen om eerst tot een akkoord proberen te komen via bemiddeling. Het is aan jullie om dan uit te maken of jullie hiermee al dan niet akkoord gaan.
De rechter voorziet een bemiddelingsduur van drie maande, waarna een nieuwe zitting wordt vastgelegd. Maximum 8 dagen na de zitting waarin de rechter een bemiddeling ‘beveelt’, bezorgt de griffier een gerechtsbrief aan de erkende bemiddelaar, met het ‘bemiddelingsbevel’. Max. 8 dagen daarna, schrijft de erkende bemiddelaar een brief naar de rechter en naar beide partijen, waarin hij plaats en afspraak voor de eerste bijeenkomst meedeelt. Als jullie beroep willen doen op een andere erkende bemiddelaar dan degene waarnaar de rechter jullie verwees, dan kunnen jullie dat aan de griffier laten weten.
Als één van jullie de bemiddeling voortijdig wenst stop te zetten, dan kan dat door middel van een eenvoudige verklaring aan de griffier, waarna de rechter verzocht wordt om de bemiddeling stop te zetten. In dat geval volgt er 15 dagen later een nieuwe zitting.
In het andere geval brengen jullie de rechter op de oorspronkelijk voorziene nieuwe zitting op de hoogte van het verloop van de bemiddeling. Als jullie (nog) niet tot een akkoord zijn gekomen, maar toch verder willen gaan met de bemiddeling kunnen jullie een nieuwe bemiddelingstermijn vragen. Willen jullie de bemiddeling stopzetten, dan kan de gerechtelijke procedure gewoon worden verdergezet.
Als jullie een akkoord hebben bereikt tijdens de bemiddeling, dan kan de rechter de ouderschapsovereenkomst bekrachtigen in een akkoordvonnis, waartegen geen beroep mogelijk is.